Meer dan 350 jaar was het kasteel van Hingene de favoriete zomerresidentie van de adellijke familie d’Ursel. Elke zomer trok de hertog, met familie en bedienden, naar zijn schitterende buitenverblijf. Op het kasteel werd gejaagd en ontving de hertog zijn gasten.
Het buitengoed in Hingene kwam in 1608 in het bezit van Conrard Schetz, baron van Hoboken die in 1617 de naam d’Ursel zou aannemen, die het liet uitbouwen tot een zomerverblijf. In zijn huidige vorm dateert het uit de periode 1713-1714.
Vier opeenvolgende hertogen waren burgemeester van de gemeente Hingene tussen 1820 en 1921. De laatste generaties konden het familiepatrimonium niet meer beheren wegens de hoge erfenisrechten.
In 1973 verkocht de toenmalige hertog, met pijn in het hart, maar noodgedwongen, het kasteel en het park aan de gemeente Hingene. Na een leegstand van bijna twintig jaar kocht de provincie Antwerpen in 1994 het kasteel en werd het gerestaureerd. De provincie bezit inmiddels ook de tuinen en het parkdomein, waardoor de eenheid van de historische kasteelsite is hersteld. Het geheel getuigt van de levensstijl van de hoge adel tijdens het Ancien Régime.